Mijn “Joodse” gevoel

Toen ik als kind Het Achterhuis van Anne Frank had gelezen was dat waarschijnlijk een van de eerste bewuste kennismakingen met het Joodse leven. Dat klopt niet helemaal want bij ons in de straat woonde een Joodse familie, die zagen er wel ‘anders’ uit, maar het waren aardige mensen. Het Bittere Kruid van Marga Minco ging ook over joden. Die verhalen raakten mij. Toen wist ik nog niet dat ik later zelf met een joodse man zou trouwen. 

Toen ik in Amsterdam ging wonen kwam ik in de Rivierenbuurt te wonen. Een buurt waar ook veel joden woonden en gewoon hadden voor de Tweede Wereldoorlog. Of mijn huisbaas en zijn vrouw joods waren weet ik niet zeker maar de buren een paar huizen verder zeker wel. Wat een lieve oude mensen. Deze mensen waren zo gastvrij allemaal. Ik vond het leuk om daar te zijn en naar de verhalen te luisteren van deze mooie mensen. Bij de bank had ik veel joodse klanten en zij werden graag door mij geholpen. 

Hoe bijzonder is het dan dat ik een Joodse man ontmoette en daarmee trouwde. Door hem ben ik zoveel te weten gekomen over het jodendom, de joden in Amsterdam en over Israël. Dat heeft mijn leven zo verrijkt. Ik ben er dankbaar voor dat ik dat allemaal mee heb mogen maken en nog steeds verbaas ik mij over de samen loop van onze levens, de toevalligheden en overeenkomsten.

In mijn schoonfamilie wordt het jodendom geleefd. Bij mijn schoonouders heb ik alle Joodse feestdagen mogen meemaken. Wat een rijkdom. Maar ook heb ik geleerd dat iedere jood zijn eigen sjoeltje heeft. Bij ieder gezin en iedere familie wordt het jodendom en het joodse geloof op hun eigen manier beleefd. En er is niks goed of fout. Er zijn natuurlijk hele vrome joden en er zijn joden die helemaal niks aan hun geloof doen, maar ze zijn gewoon joods. En ik zal dat nooit worden. Hoe joods ik me soms ook voel. 

Mijn grootvader werkte tijdens de Tweede Wereldoorlog bij de Lippmann Rosenthal Bank op de Sarphatistraat. Wat hij daar precies gedaan heeft weet ik niet. Mijn man werkte in precies hetzelfde gebouw bij de AMRO bank ongeveer 35 jaar later. Toen nog met de Diamantbeurs waar ook veel Joden werkten. 

Tijdens een workshop familieopstelling voelde ik mij zelfs joods, dat klinkt heel raar en ik heb dat toen verder niet uitgezocht. Maar onderhand ben ik met de stamboom van mijn familie van vaders kant aan het uitzoeken en dan komen daar opeens allemaal mensen met joodse namen tevoorschijn. Heb ik dan toch ergens joodse roots? 

Omdat de mensen nooit precies weten hoe het in elkaar zit zeggen ze: Jij bent toch joods. Mijn man is joods en ik niet, maar dat maakt niet uit. Ik vind het juist leuk als mensen dat zeggen. Na tien jaar Hebreeuws geleerd te hebben, meer dan 25 jaar met mijn man om te zijn gegaan en diverse malen in Israël te zijn geweest ben ik wel een beetje joods geworden. Waar je mee om gaat daar wordt je mee besmet.

Wij zaten een keer in een Israëlisch restaurant in Amsterdam en wij spraken met de eigenaar en toen zij hij: Zij is gewoon joods. Want joods kan je ook zijn zonder het te zijn. Gewoon door een goed mensch te zijn met hart op de juiste plaats. Dat vond ik een mooi compliment. 

Ter verduidelijking ik ben niet joods en zal het ook nooit worden, maar het gevoel is er wel. Ik weet er onderhand zelfs meer van dan mijn man en hij noemt mij dan de rebbetzin(http://translate.google.nl/translate?hl=nl&sl=en&u=https://en.wikipedia.org/wiki/Rebbetzin&prev=search). Dat komt omdat ik een brede interesse heb en alles wat ik lees onthoud. Ik ben leergierig, nieuwsgierig en intelligent. Dat scheelt een hoop, maar brengt ook wel onrust mee. Het houdt nooit op: mijn drang naar meer informatie.