De “kak”-school

Onlangs was de reünie op de tv met een klas waar Linda de Mol ook in zat, op de school waar ik ook op heb gezeten. Ik zat niet bij Linda in de klas en ik ken haar ook verder niet van die school.

Midden tussen de bossen, een beetje verscholen onder al dat groen, zag je de school, een groot wit gebouw met veel ramen en een groot sportveld ernaast. Via een fietspad langs het bos, kwam je bij het hek van de school. Daarachter meteen was de fietsenstalling, waar niet alleen fietsen stonden, maar ook veel brommers. Allemaal Honda´s, van die buikschuivers, die alleen maar door de zogenaamde “kakkers” gebruikt werden. Maar voor het hek stonden de auto’s, en niet alleen van de leraren, want zodra iemand 18 jaar werd en de ouders waren echt rijk, kreeg hij of zij meteen een auto, vaak een Mini of zo, en daar kwamen ze dan gewoon mee naar school.

Het was een echte eliteschool, allemaal rijkeluiskindjes uit het Gooi zaten hier op deze dure school. En natuurlijk zaten ze allemaal op hockey of tennis. Iedereen kende elkaar dus ook van de hockeyclub en van de feestjes die daar gegeven werden, en daar werd dan na het weekend over doorgepraat. De meisjes hadden paardenstaartjes of een franse staart en droegen ook al hele dure kleding. Je hoorde er gewoon niet bij als je niet ook een collegejas met een collegeshawl droeg. Mocassins of muntschoenen hoorden ook bij het onofficiële uniform, evenals de, liefst witte, kniekousen en een broekrok. De jongens droegen allemaal ook een collegeshawl met een collegejas of een kort suède jack. Verder hadden ze een ribfluwelen broek, of een spijkerbroek met een overhemd en een lamswollen trui. En natuurlijk bordeelsluipers eronder. Je hoorde er gewoon niet bij, als je niet ook in die kleren naar school kwam; en zelfs dan was het nog heel moeilijk om tussen al die kliekjes te komen. Als je voor het eerst door het hek van de school naar binnen kwam, dan wist je niet waar je moest kijken. Op het bordes voor de school stonden al die jongens en meisjes met allemaal dezelfde kleren en dezelfde haren en ze keken je aan alsof je van Mars kwam.

Toen ik daar kwam als meisje van zestien met mijn brommertje werd ik geïmponeerd door alles, maar ik vond het ook wel leuk en ik wilde daar wel bij horen. Ik heb me aangepast wat kleding betreft en qua uitspraak met de Gooische “R”. Maar ik zat niet op hockey en tennissen had ik wel gedaan, maar ik zag de bal niet, want ik zie geen diepte. Dus daar ben ik na twee jaar ploeteren en mis slaan maar weer snel vanaf gegaan.

Ik zat op dansles; ballroom dansen. Ik had ook geen hockeymeisjes als vriendinnen, maar juist de anderen, die ook op deze school zaten, maar anders waren. Anders omdat ze andere kleren droegen en omdat ze niet uit Laren kwamen. Allemaal meisjes die gewoon wilden leren en hoopten op een diploma aan het einde van hun schooltijd. We hadden een leuk vriendinnengroepje en we kwamen geregeld bij elkaar over de vloer. De een woonde in een villa in Blaricum, de ander in een flat in Hilversum of in een rijtjeshuis in Bussum of Laren. Wat we met elkaar deden weet ik echt niet meer. Thee drinken en kletsen. Uitgaan was er nog niet bij. Toch waren we gelukkig. Wat waren we nog jong en onschuldig.